ALGEMENE INFORMATIE OVER HET VAK DRAMA
Bij het vak drama gaat het om ‘doen alsof’, toneelspelen. Spelenderwijs leer je jezelf expressief uit te drukken d.m.v. je lichaam, je mimiek, stem en spraak. We beginnen de les met een warming-up op muziek.
Vervolgens spelen we een verhaal of een situatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van muziek, boeken, filmpjes, attributen, hoedjes/petten, handpoppen, schimmendoek e.d. Met eenvoudige middelen ‘bouwen’ we een decor. Bij drama komen de sociale vaardigheden en de emoties spelenderwijs aan de orde. Samenwerken staat hierbij voorop. Binnen de veiligheid van de dramalessen kunnen de leerlingen experimenteren met rollen, fantasiespel, afspreekspel, improvisaties, schimmenspel, dialoogspel en speltechnieken om een rol vorm te geven. Ook 'energizers' en (zintuig)spelletjes worden in de les gebruikt.
De leerlingen leren om te gaan met verschillen en spelen en ontwikkelen zich op hun eigen niveau.
Alle eerstejaars onderbouwleerlingen en de IBL-leerlingen hebben wekelijks drama.
De derdejaars midden- en de bovenbouwleerlingen kunnen drama als keuzevak kiezen.
De leerlingen bezoeken in het kader van de dramalessen een theatervoorstelling buiten de school.
We hebben goede contacten met de theaters in de stad, zoals theater de Krakeling, het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) en het Podium Mozaïek.
In maart vindt de culturele maand plaats. Hierbij staat een land/werelddeel centraal. (wereldoriëntatie). Ook het vak drama sluit hierbij aan. In de jaarlijkse theatervoorstelling komen allerlei bijdragen uit de verschillende vakken en de culturele maand samen. Leerlingen kunnen zowel voor als achter de schermen mee werken aan deze voorstelling. Ook worden er (gast)workshops georganiseerd waaraan zij kunnen deelnemen.